Het kan moeilijk zijn om een aangepaste pijplijntaak in Azure DevOps bij te werken, vooral als een nieuwe versie zonder problemen wordt geïnstalleerd, maar niet van toepassing is in de pijplijn. Dit komt vaak voor in on-premises instellingen, waarbij agenten de geüpgradede versie mogelijk niet kunnen gebruiken vanwege caching of problemen met SSL-certificaten. Gedetailleerde logboekregistratie, geautomatiseerd testen en passende foutafhandeling zijn cruciale foutopsporingstools om problemen op te lossen. Effectief bijhouden van updates terwijl SSL-problemen worden vermeden met behulp van tijdelijke instellingen en ervoor zorgen dat agents worden vernieuwd, zijn twee oplossingen. In ingewikkelde configuraties ondersteunen deze tactieken effectieve implementaties en naadloos taakversiebeheer.
Arthur Petit
10 november 2024
Taak voor het bijwerken van de aangepaste Azure DevOps-pijplijn: het oplossen van ontbrekende taakproblemen na een succesvolle installatie